All-electric warmtepomp met bodemlussen

All-electric warmtepomp met bodemlussen

De bodem heeft zomer en winter een vrij constante temperatuur van 10 tot 13°C. Dat is bruikbaar als bronwarmte voor een warmtepomp. Een bodemwarmtepomp waardeert de warmte op tot een temperatuur die geschikt is voor verwarming. Kies je voor een combiwarmtepomp, dan zorgt de pomp ook voor de productie van warm tapwater. Dit warme water wordt opgeslagen in een boilervat.

De installatie heeft een warmtewisselaar die de warmte aan de bodem onttrekt. Afhankelijk van de situatie en de bodemopbouw is de warmtewisselaar horizontaal (onder het maaiveld) of verticaal (tot honderden meters diep). In huis staat een toestel ter grootte van een hoge koelkast (ca. 60x60x200 cm). Hierin bevinden zich de warmtepomp en eventueel een boilervat voor warm tapwater. De warmtepomp produceert warmte van circa 40°C die toepasbaar is voor laagtemperatuurverwarming.

Een combiwarmtepomp levert bovendien warmte van 55 tot 60°C voor tapwaterverwarming. Daarnaast zorgt de bodemwarmtepomp in de zomermaanden voor passieve koeling. Dan gaat het warmteoverschot uit de woning naar de bodem, bijvoorbeeld via vloerkoeling. Dat geeft comfort in huis en zorgt voor regeneratie van de bron, zodat deze duurzaam op temperatuur blijft.

Een bodemwarmtepomp maakt deel uit van een totaalsysteem: bron, warmtepomp, afgiftesysteem en de woning zelf. Alles moet in één concept op elkaar zijn afgestemd. Onbalans kan leiden tot discomfort en/of een (zeer) hoog elektriciteitsgebruik. Als het gehele systeem met zorg wordt gedimensioneerd, aangelegd en beheerd, is een hoog rendement mogelijk. Dan kan een bodemwarmte-pomp met 1 kWh elektriciteit 5 tot 6 kWh warmte leveren en/of 2 tot 3 kWh warm water.

Tegenwoordig zijn er ook hogetemperatuurwarmtepompen beschikbaar. Deze kunnen tot hoge temperaturen warmte leveren. Daarbij neemt het rendement wel af en zijn kosten hoger en CO2-besparingen lager.

In welke woning past deze techniek?

Individuele bodemwarmtepompen zijn vooral geschikt voor grotere woningen met ruimte om de woning. De kosten en ruimte voor een bronboring zijn voor kleinere woningen snel een obstakel.

De isolatiegraad moet vrij goed zijn, ongeveer label B of beter. Voor grote (vrijstaande) nieuwbouwwoningen is deze optie dan ook uitermate geschikt. Ook na een grondige renovatie van grote, oudere woningen is dit een duurzame oplossing. Eventueel kan ook in woningen met label C of D een warmtepomp worden geplaatst. Dan zijn de prestaties echter minder goed. Eerst isoleren verdient de voorkeur.

Bij kleine woningen, of bij dichte bebouwing, kan vaak beter een collectieve voorziening worden overwogen. Voor een kleine woning is de bronboring immers relatief duur.

Deze techniek is met name geschikt bij:

Na energiebesparende maatregelen en toepassing van lage temperatuur verwarming is deze techniek ook geschikt voor:

Waar moet je op letten?

Let bij een warmtepomp met bodemwarmte als bron op de volgende punten:

  • De afgiftetemperatuur moet zo laag mogelijk zijn. Met vloerverwarming of convectoren kan een temperatuur van 40°C of lager worden behaald. Dat is optimaal. Ook voor woningen die incidenteel bij zeer koud weer tot 60°C afgifte nodig hebben is de warmtepomp met bodemlussen een optie. Door het vervangen van radiatoren door convectoren kan de afgiftetemperatuur in een bestaande woning fors worden verlaagd, zonder dat vloerverwarming hoeft te worden aangelegd.
  • De capaciteit van de afgifte moet groot genoeg zijn. Bij vloerverwarming liefst de vloerlussen vrij dicht opeen leggen. Dan warmt de woning sneller op.
  • De isolatie van de woning moet afdoende zijn om comfortabele warmte bij een lage afgiftetemperatuur te garanderen. Ook is in een goed geïsoleerde woning een kleinere warmtepomp nodig. Dat scheelt in ruimte en investeringskosten.
  • Er is ruimte nodig voor een opslagvat voor warm tapwater.
  • Er is buiten de woning ruimte nodig voor een bronboring, bijvoorbeeld een oprit of voortuin. Moderne boormethodes maken het ruimtebeslag tijdens de werkzaamheden minimaal, maar een gebied van ca. 2×5 meter is zeker wel nodig om te kunnen manoeuvreren met de machines.
  • In bepaalde regio’s bestaan restricties om te boren vanwege grondwaterbescherming of bodemopbouw.
  • Let op de zwaarte van de elektriciteitsaansluiting. Probeer deze binnen de 3x25A te houden. Pas eventueel een voorrangsschakeling toe. In verband met hoge aanpassingskosten en jaarlijkse netbeheerkosten moet een 3x35A aansluiting voorkomen worden. Slechts bij zeer grote woningen zou een grotere aansluiting noodzakelijk kunnen zijn.
  • Mochten er in de wijk meerdere bodembronnen worden geslagen, dan moet rekening worden gehouden met interferentie van de systemen. Ze dienen voldoende uit elkaar geplaatst te worden, ongeveer met 15 meter afstand. Alternatief kan bekeken worden of een gezamenlijk bronnet tot de mogelijkheden behoort.

Voor- en nadelen

Voordelen

  • Zeer duurzaam
  • Energiekosten per maand laag en naar verwachting wordt dit in de nabije toekomst nog lager
  • Totale kosten over levensduur gunstig
  • Stil systeem
  • Bronboring is ‘eenmalig’ en kan meerdere generaties warmtepompen gebruikt worden

Nadelen

  • Hoge investering
  • Ruimte nodig voor boilervat en bronboring
  • Goede dimensionering en installatie zeer belangrijk voor juist functioneren
  • Afgiftecapaciteit van vloerverwarming en/of radiatoren is niet altijd groot genoeg om snel te kunnen verwarmen
  • Niet overal toepasbaar in verband met restricties (o.a. waterwingebieden) of bodemopbouw

Kosten

Hardware: ca. € 14000
Installatie: ca. € 4000